Leicester City – Liverpool FC 0-1
Liverpool FC heeft met het kleinste verschil gewonnen van Leicester City. Ondanks 28 doelpogingen kregen de Reds de bal slechts één keer in doel. Invaller Trent Alexander-Arnold scoorde met links, voldoende om een verdiende zege binnen te halen. De voorsprong op Arsenal bedraagt nog steeds dertien punten. Vanaf nu kan elke wedstrijd de titel opleveren.
De toon werd al vroeg gezet door Liverpool FC en Mohamed Salah. De topschutter leek te gaan scoren, maar zijn schot raakte beide palen en kwam terug in het spel. Ook aan de overkant vond ook Wilfred Ndidi de doelpaal op zijn weg. Liverpool bleef kansen creëren, maar doelman Mads Hermansen was steeds bij de pinken.
Na rust gingen de Reds op hun elan verder en bleven Hermansen testen, die stond echter paraat. Leicester bleef er ook regelmatig gevaarlijk uitkomen. De thuisploeg leek zelfs op voorsprong te komen, maar de treffer werd afgekeurd omwille van een duwfout op Alisson Becker. Aan de overkant was het even later dan toch prijs. Diogo Jota kopte nog tegen de dwarsligger, maar Hermansen kon het verschroeiende schot van Alexander-Arnold niet keren. De Scouser was uitzinnig van vreugde en pakte een gele kaart door met bloot bovenlijf te vieren.
In de slotfase hield LFC vlot de nipte voorsprong vast. Hierdoor veroordelen de Reds Leicester tot de degradatie en komen ze weer een stap dichter bij de titel in de Premier League.
Liverpool: Alisson, Van Dijk, Konate, Diaz (Jones, 90), Szoboszlai (Elliott, 71), Mac Allister, Salah, Gakpo (Jota, 60), Tsimikas, Gravenberch, Bradley (Alexander-Arnold, 71).